Pagina 62 van: Piloot en Vliegtuig Editie 9-2021

62 PILOOT EN VLIEGTUIG september 2021
Aanvankelijk bleven de prestaties beneden de verwachtingen, maar na
enige tijd werd het vrachtvliegtuig zo populair bij de piloten dat zij spra-
ken van “het beste vliegtuig dat zij ooit hebben gehad”. eén belfast kon
evenveel vervoeren als de lading van twee Lockheed Herculessen plus
een Armstrong Withworth Argosy.
De short brothers & Harland uit belfast in Noord-Ierland begonnen mid-
den jaren vijftig met studies voor een groot transportvliegtuig voor de
lange afstand. De verwachting was, dat de rAF binnenkort behoefte aan
zo’n vliegtuig zou krijgen.
In maart 1957 diende short een voorstel in bij het ministry of supply.
Het voorstel was gebaseerd op een bristol britannia met een hoogge-
plaatste vleugel en vier bristol Orion turbopropmotoren. De nieuwe
romp was rond van doorsnede met een vrachtruim van 24 x 3,6 x 3,6
meter. Het verwachtte Or (Operational requirement) bleef uit, maar de
rAF gaf wel aan dat zij behoefte had aan een vliegtuig dat een lading
van 13.600 kg over een afstand van 5.760 km kon vervoeren. Om hier-
aan tegemoet te komen werd een vleugelmiddenstuk toegevoegd,
waarmee de spanwijdte met 5,05 m werd vergroot. In plaats van de
bristol Orion-motoren werden nu rolls-royce tyne-motoren voorgesteld.
Hiermee ging het maximale startgewicht omhoog naar 88.500 kg. In ja-
nuari 1959 kondigde het mos (ministry of Defense) aan dat het sC5-
ontwerp van short de keuze was van de rAF.
De ontwerpen van concurrenten blackburn en Handley page vielen hier-
door af. De keuze voor het short-ontwerp werd waarschijnlijk beïnvloed
door de lage ontwikkelingskosten (omdat het was gebaseerd op het
bristol britannia-ontwerp) en omdat het Noord-Ierse short dringend om
werk verlegen zat, nu daar de productie van de bristol britannia in bel-
fast was geëindigd. short was voor 69,5 procent staatseigendom en
voor 15,25 van bristol.
ConstruCtie
Intussen was het ontwerp van short verder ontwikkeld tot sC5/10 en
voor dit toestel kreeg short een opdracht voor de bouw van tien toestel-
len met de aanduiding belfast C.1. Als hoofdconstructeur werd C.D. Hat-
ton aangewezen. Hoewel Hatton en zijn team geïnspireerd werden door
de Canadair CL-44 vrachtversie van de bristol britannia, ontwierpen zij
een compleet nieuw vliegtuig.
Het grootste verschil met de britannia was dat de hoofdliggers van de
vleugel die een doos vormden, tevens fungeerden als integrale brand-
stoftank, terwijl in de britannia afzonderlijke tanks waren ingebouwd. De
ailerons waren gelijk aan die van de britannia, maar de double-slotted
flaps waren 2,46 m langer aan elke kant. De hydraulische aandrijving
was lichter dan het elektrische systeem van de britannia. Op grond van
ervaring, opgedaan met de Vickers Vanguard, werden rolls-royce tyne-
turbopropmotoren geïnstalleerd. In de belfast werden ze in semi-pilons
onder de vleugel geplaatst, waardoor de vleugel aerodynamisch ‘clean’
bleef. Het neuswiel was gelijk aan dat van de britannia, maar het hoofd-
landingsgestel werd elektro-hydraulisch ontworpen, met zestien wielen
in paren van vier aan hydraulische poten. Ze werden ingetrokken in een
uitstulping onder de buik, waarin tevens het hulpaggregaat en de airco-
installatie waren ondergebracht.
De bemanning had een ruime cockpit en een rustruimte voor zes perso-
nen achter de galley. Het instrumentarium was van het airlinertype en
De Short Belfast was het eerste Britse strategische transportvliegtuig maar het had een korte militaire
loopbaan. Na tien jaar werd het toestel vanwege bezuinigingen alweer vervangen bij de Royal Air Force.
een Britse gewiChtheffer…
HiStoRie Door: thijs postma – Foto’s: collectie postma en Ad Jan Altevogt
62-63-64-65_shortbelfast.indd 62 17-08-21 11:27