PILOOT EN VLIEGTUIG augustus 2021 63
in een V-vorm en droeg de motoren. De vleugelvoorrand had een
pijlstand en ronde vleugeltips. Ze liepen taps toe in dikte. De rolroe-
ren besloegen bijna tweederde van de buitenste vleugeldelen en de
binnenste delen hadden split flaps. De intrekbare drijvers hadden af-
sluitplaten die aansloten op de vleugelonderkant. Onder de vleugel
waren aan beide kanten van de motoren radiatoren geplaatst. De
buitenste vleugeldelen hadden een geringe V-stand. De romp was
versterkt voor lancering per katapult en was verdeeld in acht water-
dichte compartimenten. In de neus was het afmeringscompartiment
met daarachter een ruimte voor vracht en post. Daarachter kwam de
bemanningscabine met schuifpanelen aan de boven- en zijkanten.
achter de twee piloten zaten de radio-operator en de boordwerktuig-
kundigen met daarachter nog een postcompartiment en een rust-
ruimte met toilet. In de tussenschotten zaten deuren en de toegangs-
deur bevond zich links achter de vleugel. De 7.300 l benzinetank
bevond zich ook in de romp. De staartvlakken waren van metaal en
de roeren waren bespannen met linnen. De vier Junkers-Jumo 205E
ruwolie-motoren waren opgesteld in tandem. De achterste motoren
met verlengde assen konden 10° omhoog worden gedraaid om de
propellers vrij te houden van het opspattende water tijdens de start
en landing.
PrototyPes
Het eerste prototype, de Do 26 V1, kreeg de registratie D-agNt, de
naam ‘seeadler’ en maakte de eerste vlucht op 21 mei 1938. Het toe-
stel werd op 22 november voor het eerst door middel van een katapult
gelanceerd. Het tweede prototype Do 26 V2, D-aWDs ‘seefalke’, maakte
de eerste vlucht op 23 november 1938 en het derde prototype Do 26
V3 D-asRa ‘seemöwe’ volgde op 16 augustus 1939. De eerste Do 26’s
hadden Jumo 205E-motoren.
De daaropvolgende V4 t/m V6 hadden Jumo 205Ea-motoren. Nadat de
‘seeadler’ was overgedragen aan de Lufthansa, maakte deze in februari
1939 een rondvlucht van Duitsland naar Rio de Janeiro met een totale
lengte van 20.600 km. De Do 26 V3 ‘seemöwe’ werd in het voorjaar van
1939 afgeleverd. De Do 26’s voerden nooit de lijndiensten over de
Noord-atlantische Oceaan uit waarvoor zij bestemd waren, maar maakten
wel achttien regelmatige postvluchten over de Zuid-atlantische Oceaan.
Bijschrift
De mooiste vliegboot…
??
? ?
??
??Openingen voor de afmeringsruimte en de ruimte voor de post.
De Dornier Do 26 V2 D-aDWs ‘seefalke’ was het tweede prototype.
De naar voren gepijlde vleugels zijn op deze foto goed te zien.
start van een van de Luftwaffe Do 26’s.
De V6 met de Luftwaffe-registratie P5+DH, was de laatste Do 26.
62-63-64-65_hfbhansajet.indd 63 20-07-21 11:39