Pagina 20 van: Piloot en Vliegtuig Editie 4-2021

20 PILOOT EN VLIEGTUIG april 2021
Technisch gezien is het niet helemaal zijn eerste solo, maar
het voelde wel als zodanig. Er gingen er een paar aan voor-
af, gemotoriseerd en ook zweef. Maar deltavliegen is toch
nog een ander verhaal. Een eerste solo… van een winderi-
ge rotspunt nabij het dorpje ponta do Mel, in rio Grande
do Norte, Brazilië.
Helemaal de eerste start was het dus niet?
“Mijn eerste bergstart was dertig jaar geleden, na veertig
lierstarts. Eerst een stuk meerennen, en dan word je door
de lierist/instructeur met een dot gas de lucht ingetrokken.
landen leer je zo natuurlijk heel goed en snel, maar de
bergstart dus eigenlijk helemaal niet. Een dagje wat rom-
melen op een verlaten talud in België, dat was alles. En het
advies om de neus laag te houden en het ravijn in te ren-
nen. Op zich prima, maar hier met harde wind gaat het
vooral om die start, om die veilig onder de knie te krijgen.”
Wat is belangrijk bij zo’n bergstart?
“Je zenuwen in bedwang houden. Je voelt je toch een soort
Otto lilienthal. Je leven hangt aan één musketonhaak, en
die zie je dan ook constant voor je geestesoog. Eén ding is
van groot belang: meteen voorover duiken, met de invals-
hoek laag. Dat doe je door de borst fanatiek door het a-
frame heen te trekken, en de ogen op de horizon te hou-
den. ik denk zelf aan het boegbeeld van een schip, díe
houding. Veel mensen, zelfs profs, zie je starten met ge-
strekte armen, en een hoge neusstand. Die gaan half-over-
trokken het ravijn in. Dat komt meestal goed, omdat de
meeste deltavleugels zichzelf door hun constructie – een
flinke wrong – wel herstellen. Die gaan automatisch over in
een soort dolfijnen. Maar riskant is het, want in feite val je
de eerste meters.”
Is het daarginds makkelijker te leren dan in Europa?
“Deze plek, ponta do Mel, is simpelweg de beste plek om
het te leren, wereldwijd. ik heb ook jarenlang geregeld
starts gemaakt achter sleepvliegtuigen in Florida. Maar het
weer is daar zo wispelturig dat je zomaar een week niet
vliegt, en dan kun je telkens eigenlijk weer opnieuw begin-
nen. Hier waait constant dezelfde wind tussen één en vijf
uur ‘s middags. Exact even hard, en onder exact dezelfde
hoek, loodrecht op de rotskust. ideaal. Mijn tweede vlucht
was meteen anderhalf uur.”
Je instructeur spreekt vrijwel alleen Portugees, dat lijkt me
een handicap.
“ik studeer al een jaar of vijf die taal met Duolingo, en dat
gaat dan best aardig. ik zit hier intussen al een tijdje, en af-
gezien van wat Engels met een paar parapenters, spreek ik
noodgedwongen nauwelijks anders dan portugees. Via de
radio bij twintig knopen wind is weer een ander verhaal.
O SOLO MIO Door: ruud Vos
“EEn soort otto LiLiEnthaL voEL jE jE wEL.”
Dit is
vliegen als
een vogel!
naam Goof Bakker
Beroep pensionado
Leeftijd 64
vliegschool Rodrigo Battu/
Sonha de Voar
aantal vluchten tot solo 14
Er is geen piloot die zijn of haar eerste solo-
vlucht vergeet. De meesten kunnen het wel
uitschreeuwen als ze eenmaal solo gaan.
om daar een plek voor te bieden is er geluk-
kig elke maand onze rubriek o solo Mio.
Bent u ook voor het eerst solo gegaan? Goof
Bakker interviewt u dan graag.
Mail: goofbak@planet.nl.
20-21_osolomio(15)takeoff.indd 20 16-03-21 09:32