Pagina 60 van: Piloot en Vliegtuig Editie 2-2022

60 PILOOT EN VLIEGTUIG FEBRUARI 2022
Atsma is van oorsprong Amsterdammer. “Daar ben ik opge
groeid. Toen ik acht jaar was zijn wij verhuisd naar Leiden.
Van Leiden naar Alphen aan den Rijn. Daar heb ik tot mijn
achttiende gewoond. En daarna de Luchtmacht in. Na mijn
opleiding verhuisde ik naar Brabant en daar ben ik niet
meer weggegaan. Mijn vader en moeder hebben allebei bij
Fokker gewerkt in Dordrecht. Mijn vader was al luchtvaart
enthousiast toen wij in Amsterdam woonden. We woonden
vlakbij SchipholOost. Hij wist me alle typen vliegtuigen te
vertellen die langskwamen. Daar komt het een beetje van
daan.”
IJZEREN GORDIJN
Atsma heeft eerst een jaar bij de Mariniers gezeten voordat
hij bij de Luchtmacht kwam. “Ik ben vrij jong begonnen, op
mijn negentiende. Ik voelde mij aangetrokken tot gevechts
vliegtuigen. Dat leek me iets meer hebben dan alleen voorin
in de cockpit zitten. Het soort werk, het individuele en voor
volk en vaderland spraken mij enorm aan. Het IJzeren Gor
dijn was er in die tijd nog, dus er was een soort van drei
ging. Beetje spanning tussen Oost en West. Daar wilde je
toch je bijdrage aan leveren. Maar primair ging het om het
vliegen. Als je contract bij de Luchtmacht wordt verlengd,
dan kom je ook hoger in rang. Op een gegeven ogenblik is
het nog maar half vliegen en half een kantoorbaan. Dat zag
ik niet zo zitten, want ik ben toch wel een pur sangvlieger.
Toen ben ik overgestapt naar de burgerluchtvaart.”
MACH 0.9
Atsma startte zijn burgerluchtvaartcarrière bij Martinair. “Ik
ben aangenomen op hun kleine vloot. Dat waren Cessna Ci
tations. Daarmee werden vluchten gemaakt voor zakenmen
sen en voor de overheid. Ik heb veel gevlogen met parle
mentsleden, ministers en ook het Koninklijk Huis maakte er
gebruik van. Martinair kocht vervolgens twee Citations 6. Dat
waren schitterende toestellen, net jets. Die konden een kruis
snelheid bereiken van Mach 0.9 en een hoogte van 51.000
voet, dus je zat overal boven. Een genot om mee te vliegen!
Dat deed me denken aan mijn militaire tijd.”
LOW PASS
Tijdens zijn Luchtmachtperiode had hij als call sign ‘Liner’
en stond hij bekend om zijn low passes. “We deden ook
ambulancevluchten op de Citation. Dan gingen we bijvoor
beeld in het buitenland iemand ophalen met een bekken
fractuur en werd de Citation omgebouwd tot ambulance
toestel. We kwamen dan ook op militaire velden, omdat
daar de ziekenhuizen dichter in de buurt waren. Het was
een déjà vu voor mij met de mensen waar ik zoveel jaar
mee gewerkt had. Dan was het: joh, mag ik even een low
pass maken (‘Tower, request a low pass’) en dat werd vaak
toegestaan. Een paar keer een low pass langs de toren,”
lacht hij. Atsma stond bekend om zijn low passes. “Ik weet
niet of ik daar trots op moet zijn, maar ik vond dat altijd
mooi. Het was een beetje competitie weet je. Ook met de
verkeersleiding. In het begin was dat niet zo laag, maar in
de loop der jaren werd dat steeds lager. Dan kwam je langs
de verkeerstoren en dan keken ze van boven op je neer.
Ook als er spotters kwamen kijken, dan wilde je die jon
gens iets geven. Dat ze niet voor niets naar zo’n veld ko
men. Ik heb ook nog een demo gevlogen met de F104 op
vliegveld Zestienhoven tijdens de Leonardo Da Vincidag.
Het was spannend of de ruiten van de tuinderskassen wel
heel zouden blijven tijdens de low passes met afterburner!”
Atze is als trainingsmanager 747 met pensioen gegaan bij
volgens hem de beste maatschappij van Nederland, Marti
nair.
DE VETERAAN Door: Saskia Roelofsvan Velsen
EEN GENOT OM MEE TE VLIEGEN
“Tower,
request a
low pass”
Hij stond bekend om zijn low passes. Heeft
zowel voor Defensie gevlogen als voor de
burgerluchtvaart. Deze oud-Amsterdammer
koos liever voor het vliegen dan een kan-
toorbaan op de grond. Piloot en Vliegtuig
sprak met Atze Atsma (70 jaar) over zijn
lange vliegloopbaan.
60_deveteraan.indd 60 18-01-2022 09:24