Pagina 19 van: Piloot en Vliegtuig Editie 2-2021

PILOOT EN VLIEGTUIG februari 2021 19
qua vliegtuigontwerp ook nog geschoven worden voor een ideale ge-
wichtsverdeling. Die anders dan een steeds verder leeg rakende brand-
stoftank dus ook niet verandert. Ook het zwaartepunt van een vliegtuig
blijft dus constant.”
En waterstof dan?
Waterstoftechniek is voorlopig nu nog minder interessant. De apparatuur
is zwaar en omvangrijk, werkt met extreem hoge drukken bij juist ex-
treem lage temperaturen, en vergt al met al dus hoge kosten. Maar het
heeft natuurlijk wel onze volle aandacht! intussen worden accu’s en bat-
terijen daarentegen steeds kleiner, krachtiger en ook goedkoper. Maar
wie weet? De ontwikkelingen gaan snel. Ook rond waterstof. Wellicht dat
het over nog weer een decennium mooie mogelijkheden biedt. Overi-
gens zal het zo zijn dat elektrisch vliegen vooral geschikt is voor de kor-
tere afstanden, omdat er voor lange trans-atlantische afstanden nog
geen goede alternatieven zijn. er is nog heel veel onderzoek nodig om
daar een emissievrije oplossing voor te vinden. iets dat voor mij per-
soonlijk een belangrijk element is.”
‘Wie zal dat betalen’ klinkt het nu ook vaak.
“De ontwikkeling van elektromotoren- en batterijtechnieken zijn dusdanig,
dat veel vliegtuigen binnen de General aviation geschikt zijn voor om-
bouw. Zo’n vijftien procent van de bestaande luchtvloot is elektrificeerbaar.
Daarvoor is geen echt nieuw airframe nodig. Vergeet qua kosten ook niet:
de verplichte onderhoudsrevisie bij 2.000 uur van de conventionele vlieg-
tuigverbrandingsmotor kost ook veel geld. Men zou op zo’n moment een
keus kunnen maken. Op de lange termijn zullen geheel nieuwe soorten
vliegtuigen worden ontwikkeld die optimaal gebruik kunnen maken van
de hogere vermogensdichtheid van compacte en lichte elektrische power-
trains en nieuwe batterijvormen met een steeds hogere energiedichtheid.
Ook brandstofcellen zullen met de alsmaar voortgaande ontwikkeling van
energiedragers interessant kunnen worden.”
‘Nederland wil vooroplopen op het gebied van elektrisch/hybride vlie-
gen’ klinkt het uit alle hoeken. Ook vanuit het ministerie. Hoe ziet Inhol-
land – U – dat?
“Zo voelen en vinden we dat wel, ja. Daar zit gerust ook trots bij. Natuurlijk
omdat Nederland van oudsher een grote rol in de luchtvaartwereld speel-
de, en met een florerende luchtvaartindustrie vooropliep. Toch vrees ik dat
dit nu niet meer het geval is. eerlijk gezegd lopen we op bepaalde vlakken
zelfs een beetje achter. Qua maakindustrie, maar ook qua investeringen
ten opzichte van de landen om ons heen. Zoals engeland, Duitsland en
frankrijk. Waar zijn bijvoorbeeld onze batterijbouwers? en waarom zijn hier
niet veel meer ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie? een
mooie opsteker voor ons luchtvaarthart is echter wel het wereldwijde en-
thousiasme over de flying-V van de Tu Delft. Qua technische knowhow
zitten we hier überhaupt wel in de voorhoede. er is wel een nieuwe gene-
ratie luchtvaarttechnici nodig die heel andere dingen kunnen bedenken.
en kijk: daar houden wij ons hier dus ook mee bezig!”
Studententeam bij de tweede Dragonfly in Delft.
‘engineering in COViD-19-tijd.’
16-17-18-19_projectdragonfly.indd 19 19-01-21 11:27