Pagina 53 van: Piloot en Vliegtuig Editie 12-2022

PILOOT EN VLIEGTUIG DECEMBER 2022 53
In deze rubriek heb ik vaker gesteld dat de luchtvaart niet
alleen voortdurend vernieuwt, maar ook vroeger of later
haar prominente positie bedreigd zal zien door nieuwe ont-
wikkelingen. Denk aan transportmodi zoals de hyperloop,
de opkomst van economieën elders in de wereld, en alter-
natieven voor datgene wat luchtreizen de moeite waard
maakt: bijvoorbeeld het vermogen overal te kunnen komen
en de mogelijkheid om verre streken zelf te zien. Deze be-
gerenswaardige kenmerken zullen voorlopig niet verdwij-
nen, maar er komen steeds meer alternatieven die de kos-
ten-batenafweging soms doen omslaan. Een goed voor-
beeld is de computer, die niet alleen vergaderen op afstand
mogelijk maakt, maar met behulp van onder meer Virtual
Reality de kosten van het opdoen van ervaringen in verre
streken dramatisch kan doen dalen. En die het bovendien
mogelijk maakt in korte tijd, met minimale inspanning en
kosten, kennis te maken met landen en culturen. Dit kan
leiden tot meer reizen, zoals televisie misschien het animo
om verre landen zelf te ervaren heeft vergroot (naast de
toegenomen welvaart die het mogelijk maakte om televi-
sies te kopen). Maar het kan er ook toe leiden dat er min-
der in persoon en meer virtueel wordt gereisd, zeker nu we
er ons van bewust worden dat energie en ruimte schaarser
worden.
LEVENSCYCLUS
Elke bedrijfstak heeft een levenscyclus. Ooit waren schepen
het aangewezen middel om verre reizen over zee te ma-
ken. De trein deed hetzelfde over land. Vliegtuigen en au-
to’s hebben hun rol gedeeltelijk overgenomen, zij het dat
voor het verplaatsen van grote aantallen mensen het open-
baar vervoer steeds belangrijker is geworden. Door digitali-
sering wordt werk steeds minder plaatsgebonden. Steeds
meer mensen verhuizen vanuit de Randstad naar landelijke
gebieden eromheen.
Dit toont dat bedrijfstakken die vanzelfsprekend lijken, bin-
nen enkele tientallen jaren ingrijpend van functie en identi-
teit kunnen veranderen. Waarom zou dit voor luchtvaart an-
ders zijn? Iemand in 1900 kon zich waarschijnlijk niet voor-
stellen dat oceaanstomers binnen een eeuw alleen nog ge-
bruikt zouden worden voor vrachtvervoer en cruises.
Volgens de internationale luchtvaartorganisatie IATA blijft het
civiele luchtvervoer de komende tijd nog groeien met twee
tot vijf procent. Dat is iets minder dan tijdens de opkomst
van het massaluchtvervoer na de Tweede Wereldoorlog.
Maar het is nog steeds meer dan de groei van de wereld-
economie en een mooi structureel groeipercentage voor
welke bedrijfstak dan ook. Laten we ons echter niet rijk re-
kenen. De opkomst van alternatieven voor luchtvervoer is al
begonnen; waarschijnlijk zijn er concurrenten die niemand
opmerkt, ook ik niet. Aan het openbaar vervoer zien we dat
bedrijfstakken niet alleen kunnen overleven maar zelfs be-
langrijker kunnen worden door te evolueren naar een nieu-
we rol. Wat kan die rol zijn voor luchtvervoer?
MEER OF JUIST MINDER MASSAAL?
Het openbaar vervoer is niet van karakter veranderd door
een verminderde vervoersbehoefte, maar door de opkomst
van privévervoer: auto’s, brommers en fietsen. Die modi
hebben nut en noodzaak van reizen niet verminderd; inte-
gendeel. Waarschijnlijk werken nu meer mensen op grote
afstand van hun woonplaats dan vroeger. Daardoor heeft
het openbaar vervoer meer klanten gekregen. Luchtvaart
kan wellicht een nieuwe verschijningsvorm krijgen. Autono-
me, kleine verticaal opstijgende vliegtuigen nemen mis-
schien het vervoer op afstanden tot vijfhonderd kilometer
over. Op de langere afstanden – en als er belemmeringen
zoals zeeën zijn – blijft het vliegtuig voorlopig relevant. Toe-
stellen zoals de Airbus A320neo bewijzen dat langeaf-
standsvervoer ook met kleine passagiersaantallen profijtelijk
kan zijn. Ook voor efficiënt vakantievervoer blijft de lucht-
vaart belangrijk. Maar dit zijn wereldwijde ontwikkelingen.
Hoe zit het met de luchtvaart in Nederland en België?
SCHIPHOL EN ZAVENTEM
Er zijn best manieren te verzinnen om Schiphol en Zaven-
tem anders te gebruiken dan nu gebeurt. Bijvoorbeeld:
meer nadruk leggen op de logistieke functie voor Neder-
land en België. Of beter: Noordwest-Europa, in plaats van
het aantal passagiers centraal te stellen en een wereldwijde
hub te zijn. Dat kan bijvoorbeeld betekenen: meer kleine
vliegtuigen, meer bestemmingen die bedrijfsmatig belang-
rijk zijn (in tegenstelling tot recreatie) en meer vrachtvluch-
ten overdag. Ook is het mogelijk dat grote luchthavens in
de toekomst minder belangrijk worden, zoals er ook veel
kleinere treinstations zijn gekomen voor forensen. Kleine
landingsplaatsen voor onbemande vrachtvliegtuigen op in-
dustrieterreinen lijken mij een mogelijkheid, maar ik ben
bevooroordeeld. Er zijn vast meer zaken te bedenken, maar
daarvoor is het nodig dat we luchtvaart, meer dan mis-
schien nu gebeurt, niet zien als zelfstandige bedrijfstak
maar als de logistieke, ondersteunende component van an-
dere bedrijfstakken. Luchtvaart wordt steeds gewoner. Als
klein land met een belangrijke luchthaven die zich beraadt
op haar toekomst (Nederland) en als centraal gelegen land
met een Europese functie (België) hebben we een goede
uitgangspositie.
ANALYSE Door: Hans Heerkens
MISSCHIEN KUNNEN WE VOORTREKKEN
Luchtvaart
wordt steeds
gewoner
Hans Heerkens
is docent
luchtvaartindustrie
Universiteit Twente
hans.heerkens@freeler.nl
Bijschrift
53_analyseheerkens.indd 53 15-11-2022 10:33