70 PILOOT EN VLIEGTUIG november 2016
Ter vervanging van de verouderde Douglas TbD-1 Devestator, die sinds
1937 in dienst was, nodigde de US navy de industrie uit om met voor-
stellen te komen voor een moderne torpedobommenwerper. vereist
waren: plaats voor drie bemanningsleden, een topsnelheid van 482
km/u, een interne bommenruimte met een capaciteit voor een torpedo
of drie 227 kg bommen, zelfdichtende brandstoftanks, bepantsering en
een aangedreven geschutskoepel voor de verdediging. van de verschil-
lende vliegtuigfabrieken die reageerden, werden alleen de ontwerpen
van Chance vought en Grumman in overweging genomen. In april 1940
kregen beide een contract voor de bouw van twee experimentele proto-
types.
De ingenieurs van Grumman gebruikten hun ervaring met de bouw van
de F4F Wildcat marinejager voor de constructie van hun XTbF-1. X = ex-
perimental, Tb = torpedobomber, F = Grumman. Het toestel vertoonde
dan ook qua vorm een grote gelijkenis met de Wildcat. De geschutskoe-
pel voor de staartschutter vormde de grootste uitdaging. Het gewicht en
de trage beweging van de vroege mechanische en hydraulische koepels
maakten de installatie in een eenmotorig vliegtuig onpraktisch. Grum-
mans ingenieur oscar olsen ontwikkelde een door elektromotoren aan-
gedreven geschutskoepel waarin een zware 0.5-mitrailleur, de schutter,
de besturing en de munitie zich bevonden, onafhankelijk van het vlieg-
tuig. De schutter was beschermd door pantserplaten en pantserglas. De
besturing was zo simpel, snel en betrouwbaar, dat de koepel meteen in
massaproductie werd genomen zonder modificaties.
Terwijl de bouw van de twee XTbF-1’s vorderde, bestelde de US navy
op basis van een mock-up alvast 286 productiemachines als TbF-1’s.
nieuwe eisen van de marine voor de uitrusting resulteerden in een ver-
hoging van het startgewicht met 454 kg, en de topsnelheid zakte bene-
den de vereiste 482 km/u. Het eerste prototype, uitgerust met een
1.700 pk Wright r-2600-8 motor, maakte op 7 augustus 1941 zijn eer-
ste vlucht. Tijdens testvluchten werd onvoldoende richtingsstabiliteit on-
dervonden. een extra vin vanaf de romprug tot het kielvlak loste het pro-
bleem op. behalve de geschutskoepel op de romprug bestond de
bewapening uit een 0.30-mitrailleur voor de piloot, gesitueerd onder de
motorkap. De radioman kon een 0.30-mitrailleur bedienen onder de
buik van het toestel tegen aanvallen van onderen. De meest succesvolle
De Grumman Avenger was onderdeel van een ambitieus programma van de Amerikaanse Marine in
1939 om hun carriervloot uit te breiden en te moderniseren. Van de 9.839 gebouwde Avengers kwamen
na de oorlog 58 exemplaren uit de Amerikaanse surplus-voorraden de Nederlandse Marineluchtvaart-
dienst versterken.
Grumman avenGer
Historie Door: Thijs Postma – Foto’s: collectie Postma
70-71-72-73_grummanavenger.indd 70 17-10-16 16:48