Pagina 62 van: Piloot en Vliegtuig Editie 11-2014

62 PILOOT EN VLIEGTUIG november 2014
engeland en Frankrijk willen samenwerken bij de ontwikke-
ling van opvolgers van hun eurofighter Typhoon en Das-
sault rafale gevechtsvliegtuigen. overeenkomsten die in de
afgelopen jaren zijn gesloten, betreffen zowel onderzoeks-
en ontwikkelingsprojecten als het afstemmen van de tech-
nische en operationele eisen. Hoe lastig dit laatste is blijkt
uit het feit dat zowel verbeterde versies van de Typhoon en
rafale worden overwogen, als onbemande vliegtuigen, plus
een combinatie van bemande en onbemande vliegtuigen.
Twijfels
Het is goed nieuws dat er eindelijk serieus wordt nagedacht
over de vervanging van vliegtuigen die rond 2030 aan het
einde van hun operationele levensduur zijn. maar het is bij-
na uitgesloten dat er in zestien jaar een multinationaal ge-
vechtsvliegtuig kan worden ontwikkeld, laat staan een com-
binatie van nieuw te ontwerpen bemande en onbemande
vliegtuigen. verder zal een eventueel onbemand vliegtuig
waarschijnlijk zijn gebaseerd op de Taranis en neuron expe-
rimentele Unmanned Combat Aerial vehicles (UCAv’s) die
momenteel worden beproefd. Deze zijn bedoeld voor het
aanvallen van gronddoelen. Ze halen voor zover bekend
geen supersone snelheden, en hun wendbaarheid, klimver-
mogen en acceleratie zijn ongetwijfeld minder dan die van
bestaande gevechtsvliegtuigen. Het bestrijden van lucht-
doelen, waarvoor de Typhoon is geoptimaliseerd, krijgt nau-
welijks aandacht in de voorlopige eisen zoals die zijn be-
kendgemaakt.
op het eerste gezicht lijkt het ontwikkelen van verbeterde
versies van de Typhoon en rafale geen goed idee. Deze
toestellen halen niet de prestaties van de Amerikaanse
Lockheed martin F-22, en waarschijnlijk ook niet die van de
russische Sukhoi T-50 (PAK-FA). Anderzijds heeft met na-
me de Typhoon een behoorlijk vliegbereik en komen zijn
vliegprestaties redelijk in de buurt van de F-22. en de F-22
is zo duur dat er slechts 187 in gebruik zijn genomen terwijl
engeland en Frankrijk samen zullen beschikken over min-
stens 650 Typhoons en rafales. Zoals von Clausewitz zei:
kwantiteit heeft zijn eigen kwaliteit.
sTealTh
Dat de europese toestellen minder stealthy zullen zijn dan
de F-22, is wellicht niet zo bezwaarlijk mits ze in combinatie
met onbemande gevechtsvliegtuigen worden gebruikt. eu-
ropese vliegtuigen zullen vooral opereren boven gebieden
waar weinig dreiging van vijandelijke gevechtsvliegtuigen is,
zoals nu boven Afghanistan, of in gebieden met een grote
concentratie van radar en andere sensoren, zoals europa of
het midden-oosten. Stealth is altijd een voordeel, maar het
is niet zeker dat bemande gevechtsvliegtuigen over een jaar
of dertig nog effectief kunnen opereren boven gebieden
met een dicht netwerk van sensoren. Gemoderniseerde
Typhoons en rafales zijn wellicht stealthy genoeg om te
kunnen fungeren als commandocentra voor UCAv’s; ze
kunnen door krachtige langegolfradars wel worden opge-
merkt maar zijn moeilijk te raken door luchtdoelraketten
met hun beperkte sensorcapaciteit. bovendien zijn tegen
die tijd misschien kleine maar krachtige energiewapens be-
schikbaar waarmee gevechtsvliegtuigen zichzelf kunnen
verdedigen. ook lijkt stealth minder van belang bij luchtver-
dedigingsmissies. De tegenstander vinden is dan immers
belangrijker dan zelf onopgemerkt te blijven.
In vakbladen wordt soms gesuggereerd dat de Amerikanen
misschien in de afgelopen dertig jaar hun kaarten te veel
op stealth hebben gezet en daarom te weinig aandacht
hebben besteed aan langeafstandsluchtdoelraketten en
elektronische oorlogvoering. op dat laatste punt doet euro-
pa het zeker niet beter, maar Duitsland, engeland, Frankrijk,
Italië, Spanje en Zweden hebben de meteor langeafstands-
luchtdoelraket met ramjetaandrijving ontwikkeld. mogelijk
gaat Japan technologie leveren voor een ‘active array’ radar
voor de meteor, zodat een Typhoon of rafale tegenstanders
op zulke grote afstanden kan neerhalen dat stealth er mis-
schien minder toe doet. voor operaties boven vijandelijk
gebied blijft stealth belangrijk, en onbemande vliegtuigen
zijn gemakkelijker stealthy te maken.
VooruiT kijken
Het is dus onmogelijk om de brits-Franse plannen op hun
merites te beoordelen, zeker voor buitenstaanders. maar als
het verleden iets zegt over de toekomst, is het onwaar-
schijnlijk dat de twee landen het geld en de tijd zullen wil-
len investeren om een gevechtsvliegtuig te ontwikkelen dat
kan wedijveren met de ‘zesde generatie’ opvolger van de
F-22, waaraan de Amerikanen werken. Het nieuwe vliegtuig
– als het een vliegtuig wordt – krijgt waarschijnlijk een hoge
kruissnelheid en een groot vliegbereik, maar ook een veel
zwaardere bewapening. Dat betekent dat lange tijd ver bo-
ven vijandelijk gebied kan worden geopereerd, en de vijan-
delijke luchtmacht het initiatief boven eigen gebied wordt
ontzegd. Het is de vraag of de europeanen met een derge-
lijk gedurfd ontwerp zullen komen.
Ten sloTTe
vanaf ongeveer 2020 is de JSF waarschijnlijk het enige
westerse gevechtsvliegtuig dat in aantallen van enige
betekenis wordt gebouwd. Tenzij engeland, Frankrijk,
Duitsland en Italië ervoor zorgen dat er rond 2035 een
nieuw bemand of onbemand gevechtsvliegtuig in productie
wordt genomen, is moeilijk in te zien hoe er een europese
militaire luchtvaartindustrie van enige betekenis kan over-
blijven.
analyse Door: Hans Heerkens
GeneraTieconflicT
Verleden
zegt iets
over de
toekomst
Hans Heerkens
is docent
luchtvaartindustrie
Universiteit Twente
hans.heerkens@freeler.nl
62_analyse.indd 62 20-10-14 11:21