Pagina 7 van: Piloot en Vliegtuig Editie 11-2013

Bril
keersleider dat er een tijdelijke noodsituatie was, waardoor
de captain even niet in staat was om te functioneren.
Weer een paar jaar later ontdekte ik dat oudere collega’s
problemen met lezen kregen, al klaagden ze voorname-
lijk over het gebrek aan licht in de cockpit. In het donker
zag ik leesbrillen uit vliegkoffers komen en vaak vroeg ik
me af waarom de cockpitverlichting zo fel moest. Als exa-
minator kan ik me een profcheck in de simulator herin-
neren waarbij ik geïrriteerd raakte, omdat de zeer ervaren
captain niet meer zo goed kon zien. Voordat hij het juiste
knopje op het overheadpanel gevonden had, waren we
drie holdings verder. Het werd een stevige de-briefing,
waar ik achteraf spijt van heb. Als de zon ondergaat, is er
tegenwoordig ook voor mij iets te weinig licht.
Met alleen lenzen red ik het niet meer en in mijn koffer
zitten nu twee leesbrillen. Wat een gezanik, ik vlieg met
lenzen en een leesbril. In de simulator heb ik het opge-
geven. In de donkere vluchtnabootsers heeft mijn gewo-
ne bril gewonnen. Daar zit dan overigens ook nog een
fijn multifocaal leesgedeelte in.
Als vlieger moet je natuurlijk ook altijd een reservebril bij
je hebben. Vorige week ging mijn vliegkoffer door de
scanner van de security. De ogen van de man achter de
monitor werden groter en groter. Toen kreeg hij de slap-
pe lach: ‘Captain I hope you can see enough to find your
destination!’ Gierend wees hij op zijn monitor en haalde
er vijf collega’s bij: “Moet je dit nou eens zien!!!”
In de contouren van mijn vliegkoffer waren duidelijk zes
brillen te zien. Mijn gewone bril plus een reserve, een
leesbril plus reserve en twee zonnebrillen, een gewone
en een op sterkte. In een hoekje van het scherm zag ik
ook nog heel duidelijk een setje reservelenzen met een
iets te groot flesje contactlenzenvloeistof. Ik was in ieder
geval blij dat zij dat weer even niet zo scherp zagen.
Natuurlijk zat ik altijd achteraan op school. Dan kon
je tijdens de les gewoon doorgaan met vliegtuigjes teke-
nen en af en toe een gevatte opmerking maken zonder
dat het voor de leraar direct duidelijk was waar het van-
daan kwam. In de eerste klas van het gymnasium begon
die achterste rij toch een probleem te worden. Ik kon niet
meer lezen wat er op het bord stond. Hoe ik ook met
mijn ogen kneep, het waren en bleven mistige vlekken. Ik
moest aan de bril.
Voor de meeste kinderen is een bril misschien niet zo
leuk en voor sommige andere juist wel omdat een bril
net op dat moment in de mode is. Voor mij was dit alle-
maal niet aan de orde. Mijn bril was het einde van de
wereld, het eind van mijn bestaan. Ik wilde piloot worden
en door die verschrikkelijke glazen fok op mijn neus viel
mijn zorgvuldig geplande toekomst in duigen. De Konink-
lijke Luchtmacht en de Rijksluchtvaartschool waren op
dat moment mijn enige kans om piloot te worden en
beide namen alleen gezonde Hollandse jongens aan die
scherp konden zien, zonder bril.
Tien jaar later werd ik wel goedgekeurd om te beginnen
met sportvliegen. Tijdens de uitslag vertelde de keurings-
arts dat ik met mijn ogen best beroepsvlieger zou kun-
nen worden. Dan moest ik wel mijn eigen opleiding zien
te regelen en staatexamen doen bij de Rijksluchtvaart-
dienst. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd en de
rest is geschiedenis.
Inmiddels was ik begonnen met contactlenzen en die be-
vielen ook bij het vliegen uitstekend. Overdag of ‘s nachts,
het maakte allemaal niets uit. Met de lenzen ging het uit-
stekend. Het enige echte probleem dat ik me kan herinne-
ren, was tijdens een profcheck in de simulator. Een stofje
of zandkorreltje zorgde ervoor dat ik mijn contactlens echt
even uit mijn oog moest halen om schoon te maken. Na-
tuurlijk meldde de copiloot keurig aan de instructeurver-
Jan Cocheret
is duizendp(il)oot
jancocheret@hotmail.com
Door: Jan CoCheret
ligning up
PILOOT EN VLIEGTUIG novemBer 2013 7
Ik vlieg
met lenzen
en een
leesbril
07_Lining up.indd 7 14-10-13 15:57