64 PILOOT EN VLIEGTUIG OKTOBER 2022
HISTORIE Door: Thijs Postma – Foto’s: archief Postma
groeicapaciteit. De latere ingrijpende modificaties en conversies voor
de modernste en uiteenlopende bewapening bewezen dat Lockheed
zijn huiswerk goed had gedaan. Daardoor kon de US Navy nog ge-
durende lange jaren de onderzeebootbestrijding met de Neptune voort-
zetten.
Het prototype XP2V-1 maakte op 17 mei 1945 de eerste vlucht. In de-
cember 1946 werd de eerste productiemachine afgeleverd. Dit toestel,
de ‘Truculent Turtle’, maakte van 29 september tot 2 oktober een uitzon-
derlijk wereldrecord door in een vliegtijd van 55 uur en 18 minuten een
afstand af te leggen van 18.084 km. De P2V-2, die in 1947 verscheen,
had krachtiger motoren en een verlengde gesloten neus met zes snel-
vuurkanonnen van 20 mm. Ook in de jaren daarna introduceerde Lock-
heed verbeterde en zwaarder bewapende varianten, tot aan de P2V-7 in
1954.
IN NEDERLAND
In december 1953 werden de eerste vijf door Nederland bestelde Nep-
tunes (P2V-5’s) overgevlogen naar marinevliegkamp Valkenburg. In
1954 waren alle twaalf voor de MLD bestemde toestellen opgehaald en
werden de oude Lockheed Harpoons bij het 320 Squadron afgelost.
Hiermee kreeg de marine voor het eerst de beschikking over een lange
afstand maritieme patrouillecapaciteit en toegang tot de moderne on-
derzeebootbestrijding.
Bemanningsoefeningen werden veelal over de Noordzee gehouden. Het
waren meestal radaroefeningen, waarbij allerlei soorten schepen en boei-
en werden benaderd. Hierbij was de samenwerking tussen piloten en ra-
daroperateurs van groot belang. Aanvankelijk was de procedure in het Ne-
derlands, maar na enige tijd werd de Engelse procedure ingevoerd,
waarbij gebruik werd gemaakt van NAVO-boekwerken. Dat was ook wel
nodig omdat met de P2V-5 en de APS-20-radar ook laag vliegende onge-
identificeerde vliegtuigen werden gedirigeerd. Omdat de Noordzee een
ondiepe zee is, werd het oefenen beperkt tot gebieden waar een onder-
zeeboot kon duiken zonder gevaar te lopen om vast te komen zitten. Dat
was onder meer The Silver Pit ten oosten van Engeland bij New Castle.
Soms stelde de Britse marine een onderzeeboot ter beschikking.
Net toen het squadron op gang begon te komen, werd in overleg met de
Amerikanen, die de Neptunes in bruikleen hadden gegeven onder de
leen- en pachtwet, besloten om de P2V-5’s niet te vervangen door de
P2V-7, maar om in plaats daarvan voor de Sea Hawk-straaljager aan boord
van vliegkampschip ‘Karel Doorman’ te kiezen. Het 320 Squadron kreeg
medio 1960 Grumman Tracker-vliegtuigen met een beperkte actieradius.
NIEUW-GUINEA
Op het marinevliegkamp Biak van de MLD op Nieuw-Guinea werd mid-
den jaren vijftig gevlogen met Catalina’s en Mariners van 321 Squadron.
Toen in die tijd de spanningen tussen Nederland en Indonesië over de
‘The Truculent Turtle’. De radar onder de buik is duidelijk zichtbaar.
Een P2V-5 met witte beschildering tegen nucleaire straling. Een Neptune inspecteert een olieplatform.
62-63-64-65_lockheedneptune.indd 64 20-09-2022 12:05