Pagina 65 van: Piloot en Vliegtuig Editie 1-2021

PILOOT EN VLIEGTUIG januari 2021 65
ryAn x-13 VerTijeT
in 1947 verleende de u.S. navy een contract aan ryan voor een onder-
zoek naar de technische mogelijkheden van een VTOL-jager. De studies
toonden aan dat zo’n vliegtuig mogelijk was, als gebruik werd gemaakt
van afgetapte uitlaatgassen van de turbine voor de besturing. De volgen-
de stap was het bouwen van een onbemand vliegtuig.
ryan bouwde een demonstratiemodel, of eigenlijk een samenraapsel
van onderdelen, bestaande uit een allison straalmotor, een stel buizen
en uitlaatpijpen voor de besturing. Het geheel werd door een i-balk bij
elkaar gehouden. Later werden daar een paar deltavleugels aan toege-
voegd en werd het hele zaakje ondergebracht in een testframe dat op
afstand werd bestuurd. Een controlesysteem regelde het gas geven en
de hoogte. De stabiliteit werd gecontroleerd door besturing van de uit-
laat. Het rollen werd gecontroleerd door twee uitlaten die hete gassen
aftapten aan de zijkant van de hoofduitlaat. Dit samenraapsel voltooide
een eerste vlucht aan een testinstallatie in oktober 1950. Op 24 novem-
ber 1951 volgde met een verbeterde versie de eerste op afstand be-
stuurde vlucht waarbij het toestel ‘zweefde’ op de uitlaatgassen.
Het hele geval werd doorlopend verbeterd en veranderd. Zo werd er
een stoel voor een piloot boven de motor geplaatst en werd een romp-
neus aangebracht, die uit een droptank van een B-47 Stratojet was gefa-
briceerd. De deltavleugels werden aangesloten en het controlesysteem
werd verfijnd. Hierdoor werd het apparaat steeds stabieler en uiteindelijk
kon het ‘hands-off’ worden gevlogen. Op 24 november 1953 voltooide
een ryan-testpiloot de eerste bemande verticale zweefvlucht in een
straalvliegtuig. inmiddels waren de fondsen van de marine voor het pro-
ject opgedroogd. Gelukkig voor ryan had de luchtmacht belangstelling
gekregen en in juli 1954 kreeg hij van de u.S. air Force een contract
voor de bouw van twee X-13 VTOL tail-sitters. Een ontwerpteam onder
leiding van robert Fuhrman bouwde de X-13’s op basis van het testtoe-
stel. in een kleine romp met een groot kielvlak erop werden de cockpit
en de rolls-royce avon straalmotor ondergebracht. De deltavleugel met
vinnen aan de uiteinden werd boven op de romp geplaatst. Het bestu-
ringssysteem werd overgenomen van het testvliegtuig en de uitlaten van
het rolsysteem werden gesitueerd buiten de vinnen aan de vleugel. in
augustus 1955 werd de eerste X-13 naar Edwards air Force Base ge-
transporteerd, om een begin te maken met het testprogramma.
Op 28 mei 1956 maakte de X-13 haar eerste verticale sprongetje tot
een hoogte van vijftien meter. intussen was de tweede X-13 klaar en
kon worden geoefend met het landingssysteem, dat bestond uit een ka-
bel die tussen twee torens was gespannen. Onder de neus van de X-13
bevond zich een haak, die bij de landing aan de kabel vasthechtte. On-
Bijschrift
??
? ?
??
??
conVAir xFy-1 / Lockheed
xFV-1 / ryAn x-13
in heT korT
spanwijdte 8,4 m / 9,4 m / 6,4 m
Lengte 9,8 m / 11,23 m / 7,14 m
Max. startgewicht 7.370 kg /
7.358 kg / 3.050 kg
Max. snelheid 930 km/h / 930 km/h /
560 km/h
Plafond 11.440 m / 13.100 m /
6.100 m
Motor Allison YT-40 / Allison YT-40 /
rolls-royce Avon
De tweede X-13 vliegt weg van de mobile lanceertoren.
De ryan X-13 Vertijet.
der de romp was een conventioneel landingsgestel gemonteerd voor
horizontale landingen. Op 11 april startte het toestel verticaal en ging
daarna over in horizontale vlucht. Vervolgens trok de piloot de neus om-
hoog en landde verticaal. in juli 1957 werd een publieksdemonstratie
gegeven bij het Pentagon, waarna het toestel terugkeerde naar Edwards
aFB. in 1958 eindigde het project.
62-63-64-65_historie_steilomhoog.indd 65 14-12-20 13:57