Pagina 51 van: Piloot en Vliegtuig Editie 07-2020

PILOOT EN VLIEGTUIG juli 2020 51
De coronacrisis heeft rampzalige gevolgen, ook voor de
luchtvaart. Hoe maken we er het beste van?
Elke crisis heeft winnaars en verliezers, de een meer dan
de ander. Het zou me niet verbazen als er nieuwe produc-
ten op de markt komen die ons moeten beschermen – ter-
wijl dat misschien helemaal niet kan – tegen de volgende
pandemie. Maar laten we onze zegeningen tellen. We leven
in een van de rijkste landen ter wereld, in een continent
waar redelijk snel de gevaren van de coronapandemie zijn
onderkend, en waar ook verworvenheden zoals privacy
worden meegewogen bij de plannen voor te nemen maat-
regelen. Niets is perfect, maar het had, denk ik, erger kun-
nen zijn. Kijk naar landen in Afrika. ik heb begrepen dat
pandemieën steeds waarschijnlijker worden. Dan is het nog
een geluk dat het coronavirus – relatief – niet erg besmet-
telijk is en kinderen relatief niet erg aantast.
Maar de civiele luchtvaart heeft erg te lijden onder de co-
ronacrisis. Mensen vliegen veel minder – KlM en easyjet
voeren als ik dit schrijf sommige vluchten niet uit wegens
gebrek aan passagiers – en Airbus moet haar productie te-
rugbrengen. Voor de Boeing 737 MAX is de crisis ongetwij-
feld ook slecht nieuws. Het is nog een geluk bij een onge-
luk dat in landen met een hoogopgeleide bevolking thuis-
werken soms een uitkomst biedt. Maar ik voorzie dat de
trend naar meer videoconferencing en dergelijke in eerste
instantie leidt tot het achterblijven van de vraag naar lucht-
vervoer, ook als er weer mag worden gereisd. Op den duur
was deze ontwikkeling sowieso onvermijdelijk maar men-
sen willen elkaar toch af en toe ontmoeten. Als zij dus
meer contacten leggen door nieuwe media kan dit op den
duur juist leiden tot meer reizen. Vooral binnen Europa,
waar het grootste deel van de Nederlandse export naartoe
gaat en waar de meeste mensen op vakantie gaan.
Schiphol
Eerder heb ik in dit magazine al gepleit voor samenwerking
tussen netwerkmaatschappijen – lange afstand, ook be-
stemmingen met weinig reizigers – en budgetmaatschap-
pijen (low-cost carriers; lCC’s). Schiphol heeft als een van
de weinige toonaangevende hubs zowel een forse hub-car-
rier – Air France-KlM – als een grote lCC – easyjet – bin-
nen de poorten. Misschien kan bij het weer vol in bedrijf
komen van Schiphol door KlM en easyjet een nieuw be-
drijfsmodel worden geïntroduceerd waarbij easyjet het
meeste Europese vervoer voor haar rekening neemt en
KlM zich concentreert op de lange afstand en – met KlM
CityHopper – op steden met een te gering passagiersaan-
bod voor easyjet.
ik besef dat er moeilijkheden zijn te overwinnen en dat dit
een gemakkelijk advies is vanaf de zijlijn, maar ik denk dat
we sowieso die kant op moeten; anders keert de wal het
schip. Naarmate de luchtvaart volwassener en vanzelfspre-
kender wordt, zal de groei afnemen en het aantal recht-
streekse bestemmingen toenemen. Als het rendement van
hub & spoke carriers structureel achterblijft bij dat van ea-
syjet en Ryanair, tast dit op den duur de zelfstandigheid van
hub & spoke carriers aan. lCC’s kunnen sommige bestem-
mingen zo laten groeien dat rechtstreekse vluchten renda-
bel worden, ook, juist, op de lange afstand. Een kans voor
hub & spoke carriers. Volgens mij heeft een maatschappij
zoals KlM twee kernmarkten die elkaar gedeeltelijk overlap-
pen: hub & spokevluchten naar bestemmingen waarvoor
niet genoeg passagiers zijn voor rechtstreekse vluchten, en
langeafstandsvluchten. laat lCC’s de andere vluchten uit-
voeren, net zoals er ook een functieverdeling is tussen bus-
en treinvervoer. De vraag is natuurlijk of de moeder van
KlM, Air France, de noodzaak van innovatie in deze moeilij-
ke tijden inziet. Misschien bewijst de enigszins toegenomen
invloed van de Nederlandse overheid door de aankoop van
extra aandelen alsnog zijn nut.
Ten SloTTe
Bij veel crises zie je dat er daarna grote vooruitgang wordt
geboekt op specifieke terreinen. De komst van
straal(passagiers)vliegtuigen na de Tweede Wereldoorlog is
een voorbeeld. Maar laten we niet vergeten dat het eerste
straalvliegtuig al vloog vóór de oorlog. Crises bevorderen
vooral de grootschalige introductie van vernieuwingen, niet
per se het ontstaan ervan. laten we de huidige crisis gebrui-
ken om vernieuwingen die al beschikbaar zijn, en waarschijn-
lijk sowieso onvermijdelijk, een duwtje in de goede richting
te geven. Een klein land zoals Nederland kan zich niet ver-
oorloven om af te wachten totdat anderen vernieuwen. Ach-
terstanden halen we niet zo gemakkelijk in. KlM heeft zowel
direct na de Tweede Wereldoorlog (verbindingen met de VS)
als aan het begin van de jaren negentig (de samenwerking
met Northwest, nu Continental) getoond hoe je met snel
handelen een voorsprong kunt verwerven. Dat moet nu
weer kunnen. Er zijn ongetwijfeld meer innovaties te beden-
ken dan hierboven zijn genoemd.
analyse Door: Hans Heerkens
Maak gebruik van de criSiS!
nieuwe
functie
verdeling
zoals tussen
bus en
treinvervoer?
Hans Heerkens
is docent
luchtvaartindustrie
universiteit Twente
hans.heerkens@freeler.nl
Bijschrift
51_analyseheerkens.indd 51 16-06-20 10:25