DOOR: MICHIEL KLINKSPOOR
54 PILOOT EN VLIEGTUIG JULI 2011
In Nederland dient de aspirant-vlieginstruc-
teur zich aan te melden bij een Flight Training
Organisation (FTO) met een door het Inspec-
tie van Verkeer en Waterstaat (IVW) goedge-
keurde syllabus voor Flight Instructors (FI).
Om in Amerika instructeur te worden moet
worden gezocht naar een FAA Certified Flight
Instructor (CFI), die minimaal twee jaar in het
bezit is van zijn papiertje en ruim 240 uur in-
structie heeft gegeven. Men is er niet afhan-
kelijk van een vliegschool en kan in principe
aan de keukentafel de opleiding beginnen.
Toelating
In Europa zijn de toelatingseisen vrij specifiek
in de JAR FCL beschreven. Zo moet de kandi-
daat-FI in het bezit zijn van een commercieel
brevet (CPL) en minimaal 200 vlieguren in
zijn logboek hebben staan. Verder moet hij
tien uur instrumentinstructie hebben ontvan-
gen. Is daaraan voldaan, dan volgt een toela-
tingstest bij de FTO waar hij de opleiding gaat
volgen. Deze test kan bestaan uit een presen-
tatie over een willekeurig onderwerp waarbij
wordt bekeken of de kandidaat over de peda-
gogische en presentatievaardigheden beschikt
om de opleiding mee te starten.
In de Verenigde Staten is zowel een commer-
cieel brevet (CPL) als een Instrument Rating
(IR) vereist.
Theorie
Na aanmelding bij een erkende FTO en na te
zijn geslaagd voor het toelatingsexamen, volgt
de theoretische voorbereiding. Deze bestaat
Maar de ene opleiding
is de andere niet
Het Westen kent instructeuropleidingen…
know how
Er bestaan twee standaarden voor vliegopleidingen:
de Europese Joint Aviation Regulations (JAR) en de
Amerikaanse Federal Aviation Regulations (FAR).
Ze bepalen beiden aan welke eisen voldaan moet
worden om te mogen vliegen. Maar waar krijgt een
beginnend vlieginstructeur op beide continenten
mee te maken? Tijd voor een vergelijking om de
opleidingverschillen en de beperkingen van
bevoegdheid boven tafel te krijgen.
54-57_Instructeur NL 10-06-11 15:00 Pagina 42