Pagina 70 van: Piloot en Vliegtuig Editie 05/06
70 PILOOT EN VLIEGTUIG mei 2020
De regeringen van Frankrijk en Duitsland waren aanvankelijk niet bereid
om zich te committeren tot een verdere uitbreiding dan de A300. maar
Roger Beteille en Felix Kracht, die de leiding in handen hadden, reali-
seerden zich dat Airbus geen speler op de internationale markt zou kun-
nen worden met slechts één model.
A310
in overleg met specialisten van potentiële luchtvaartmaatschappijen
werd stap voor stap een nieuw programma opgezet, rekening houdend
met enerzijds politiek wantrouwen en groeiend vertrouwen van de klan-
ten anderzijds. Deze langetermijnstrategie werkte en in september 1977
staken teams van Lufthansa, Swissair en Airbus de koppen bij elkaar
voor een plan om een wide-body verkeersvliegtuig voor de korte tot
middellange afstand te bouwen. Aanvankelijk zou de A310 een korte
versie van de A300B worden, voor routes tot 1.850 km met plaats voor
210 passagiers. Dit zou het hiaat vullen tussen de Boeing 727-200 met
155 stoelen en de A300B met 249 passagiers. Op 9 juni 1978 ontwik-
kelden Swissair en Lufthansa een gezamenlijke specificatie, zodat de
ontwikkeling kon beginnen.
Alles verliep harmonisch totdat er een verschil van mening over de vleu-
gel ontstond tussen Lufthansa en Airbus. Lufthansa was voorstander van
een kleine, lichte vleugel om de operationele kosten laag te houden. Air-
bus daarentegen koos voor een groter ontwerp met het oog op toekom-
stige ontwikkelingen, zoals een versie voor trans-Atlantische vluchten.
Dat leek voorbarig omdat op dat moment vluchten met passagiersvlieg-
tuigen over water of onontwikkelde gebieden slechts onder uitzonderlij-
ke omstandigheden werden toegestaan. Lufthansa bleef echter op zijn
standpunt staan.
A310-200
Op 3 april 1982 voltooide het prototype van de A310-200 zijn eerste
vlucht. Op dat moment had Airbus reeds orders en opties voor 181
A310’s van vijftien luchtvaartmaatschappijen. De A310-100 met een
lichter startgewicht werd niet geproduceerd omdat er geen vraag naar
was. Tijdens deze eerste, drie uur durende vlucht verliep alles volgens
plan. Het toestel had aan de ene kant de Lufthansa- en aan de andere
kant de Swissair-beschildering. Het testprogramma verliep probleemloos
en op 11 maart 1983 ontving Airbus de certificatie.
De A310-200 werd aangeboden met General electric CF6-80A3 of Pratt
& Whitney JT9D-7R4D1 turbofans. Van meet af aan werd rekening ge-
houden met een groot bagage- en vrachtruim, wat de Airbus vooral aan-
trekkelijk maakte voor europese operators. De A310 was het eerste
vliegtuig dat zowel 88-inch pallets als 96-inch pallets en/of LD3-contai-
ners in zijn buik kon vervoeren. een 2,69 meter brede vrachtdeur met
Airbus is een voorbeeld hoe, ondanks ruziënde regeringen, een fantastisch Europees project tot stand
kon komen. Nu Airbus Boeing aan het inhalen is qua civiele orders, is het goed om ons te realiseren met
hoeveel inzet en ondanks welke problemen de geboorte van de Europese Airbus-organisatie tot stand
kwam. Na het nemen van veel politieke hobbels werd op 29 mei 1969 een Frans-Duitse overeenkomst
getekend voor de gezamenlijke ontwikkeling van de Airbus A300B.
ReVOLuTiOnAiRe Airbus A310
HistoriE Door: Thijs Postma – Foto’s: collectie Postma
70-71-72-73_historie_airbusa310.indd 70 23-04-20 16:03