Pagina 64 van: Piloot en Vliegtuig Editie 04-2023

64 PILOOT EN VLIEGTUIG APRIL 2023
HISTORIE Door: Thijs Postma – Foto’s: collectie Postma
monteerd, werd deze vervangen. Nu werd een snelheid van 483 km/h
op 5.300 m en 890 km/h in een duik vanaf 5.000 m bereikt. Capitaine
Ladousse, die verantwoordelijk was voor de evaluatie, was positief over
de FK 58, hoewel hij het landingsgestel iets te groot vond. Op de terug-
vlucht naar Nederland moest het toestel een noodlanding maken bij
Gent in verband met oververhitting van de motor. Hierbij werd het on-
herstelbaar beschadigd. Het wrak ging naar Frankrijk voor instructiedoel-
einden.
DE FRANSE OPDRACHT
Inmiddels had Frankrijk de aankoop van de Amerikaanse Curtiss-jagers
doorgezet. De toestellen waren echter allemaal nodig voor de bescher-
ming van Frankrijk. Dus kreeg Koolhoven in januari 1939 een opdracht
voor het leveren van vijftig Koolhoven FK 58’s voor de uitrusting van drie
escadrilles in verband met de modernisering van de Franse luchtmacht
in de koloniën. Volgens het contract werden ze uitgerust met Gnome-
Rhône 14N39-motoren. Koolhoven was al voordat hij de opdracht had
gekregen, begonnen met de opzet van een productielijn.
Eind januari 1939 waren het tweede prototype en de eerste productie-
machine klaar. Op 14 februari 1939 maakte Coppers de eerste vlucht
met het tweede prototype, de PH-AVA. Het toestel was bijna gelijk aan de
PH-ATO, behalve kleine veranderingen. De belangrijkste wijziging betrof
de bediening van het landingsgestel, dat nu hydraulisch was in plaats van
mechanisch. Het uitlaatsysteem werd ook aangepast. De prototypes en
de eerste drie productie-FK 58’s hadden Hispano-Suiza-motoren. Halver-
wege 1939 vloog de eerste FK 58 met een Gnome-Rhône-motor.
Omdat de Fransen door de oorlogsomstandigheden niet in staat waren
om de nodige instrumenten te leveren, vlogen Franse piloten de eerste
vier vliegtuigen naar Buc, ten zuidwesten van Parijs. Daar haalden ze bij
twee FK 58’s de instrumenten eruit en gingen ermee per trein naar Rot-
terdam, waar de instrumenten in de volgende twee FK 58’s werden ge-
zet, die dan weer naar Buc vlogen. Deze procedure werd herhaald tot
en met het zeventiende productievliegtuig. Zodra de ontbrekende on-
derdelen in Buc arriveerden en ingebouwd waren, konden er nieuwe
toestellen in dienst worden gesteld.
Intussen werd het voor Koolhoven steeds moeilijker om uitrusting van
de Fransen te krijgen, omdat hun eigen industrie voorrang had. Zodoen-
de kwam de productie van de FK 58 bijna tot een halt. Bovendien wa-
ren de Fransen bang dat Nederland een embargo op de vliegtuigen zou
leggen. Besloten werd om met de hulp van Koolhoven-personeel de he-
le productie per schip naar een leegstaand warenhuis in Nevers te trans-
porteren. Uiteindelijk werd in Nevers slechts één exemplaar afgebouwd,
terwijl er ook één beschadigd raakte door een niet goed functionerend
landingsgestel. Toen Rusland eind november 1939 Finland binnenviel,
bood de Franse regering 46 FK 58’s met Gnome-Rhône-motoren aan,
ondanks het feit dat er maar dertien van die vliegtuigen bestonden.
Twee werden klaargemaakt voor verscheping, maar voordat zij aan
boord werden gebracht, kwam het nieuws van de Fins-Russische wa-
penstilstand.
De Fransen stationeerden de inzetbare FK 58’s vervolgens op verschil-
lende eigen vliegbases in Frankrijk, onder meer in Lyon, Clermont-Fer-
rand en Caen. De Nederlandse vliegtuigen werden gebruikt voor het op-
leiden van personeel, het uitvoeren van patrouillevluchten en het
beschermen van vliegvelden. Het is niet bekend of FK 58’s ontmoetin-
gen met de vijand hebben gehad. Na de oorlog werden de toestellen
gesloopt.
De Fransen vonden het landingsgestel iets te groot.
62-63-64-65_fk58.indd 64 21-03-2023 13:36