Pagina 7 van: Piloot en Vliegtuig Editie 04-2020

Vroeger was alles beter. Er was nog geen GPS en bijna nie-
mand vloog met een headset. Alle instrumenten waren
analoog en gaven soms de meest vreemde indicaties. Maar
gelukkig was er altijd wel een piloot die pijp rookte en als je
daarmee een voorzichtig tikje op het glas van het instru-
ment gaf, dan sprong de naald van het instrument alsnog
naar de juiste waarde. Een enkele pijproker kende zijn ei-
gen kracht niet en sloeg het glas van het instrumentje aan
barrels. Dan was er gelukkig altijd nog een boordwerktuig-
kundige met een rol plakband.
Er werd in de cockpit trouwens wat afgerookt. Ik zie nog
precies voor me hoe een gezagvoerder op de Boeing 727
voor iedere vlucht een verse sigaret in zijn bakelieten siga-
rettenpijpje stak. Als uit de luidspreker het bevrijdende
‘Cleared for take-off’ klonk, werd nog voordat het gas naar
voren ging, eerst de sigaret aangestoken. Bij zestig knopen,
de helft van de normale startsnelheid, begon deze gezag-
voerder al met veel gevoel aan de stuurknuppel te trekken.
Dat was natuurlijk absurd vroeg, maar hij deed dat om de
passagiers van een heel langzame rotatie richting hemel te
laten genieten. Dat het allemaal niet geheel volgens de
voorschriften was, deed totaal niet terzake. Het was de tijd
van voor de flight data monitoring. What happened in the
cockpit, stayed in the cockpit. De ultralangzame rotatie was
gewoon een rustige en geruststellende start van de vlucht.
Geen chef of Rijksluchtvaartdienst die het ooit te weten
kwam.
Ja, vroeger was alles beter. Het mooist waren de vluchtjes
van Schiphol naar Rotterdam. Iedere keer weer smeekte
deze afstand van een kilometer of veertig om het record te
verbeteren. Als ik het goed onthouden heb, stond dat uit-
eindelijk net onder de acht minuten. Het was wel noodza-
kelijk om op te stijgen van baan 24 op Schiphol en te lan-
den op baan 24 in Rotterdam zodat je in een rechte lijn
van start naar finish kon vliegen. Het landingsgestel was
nog niet omhoog of de flaps werden al ingetrokken, zodat
je meteen flink snelheid kon maken. Op 3.000 voet accele-
reerden we naar de maximale snelheid van ruim zeshon-
derd kilometer per uur. Vlakbij Rotterdam ging het erom
hoe lang je durfde te wachten met decelereren. Alles was
geoorloofd, speedbrakes, landingsgestel, slippen en flaps.
Vlak voor de landing moest je natuurlijk wel de juiste lan-
dingssnelheid hebben. Als dat een keer niet lukte, werd het
helaas een doorstart. Allemaal op de hand, want de auto-
matische piloot deed het in die tijd niet altijd overtuigend.
Als ie het al deed.
Vroeger was echt alles beter. Werkelijk iedere captain waar
je mee vloog, had zijn eigen manier van vliegen. Van SOP’s,
Standard Operating Procedures, had nog nooit iemand ge-
hoord. Als je bij de ene gezagvoerder iets deed wat je de
vorige vlucht van een andere gezagvoerder had geleerd,
dan kreeg je de wind van voren: “Wat doe jij nou, wil je dat
nooit meer doen! Dat is wel het domste dat ik ooit gezien
heb!” Sommige copiloten hielden zelfs in een ‘captains-
boekje’ bij wat we bij de verschillende gezagvoerders zoal
hadden meegemaakt. Zo hield je bij wat je tijdens je vol-
gende vlucht wél of niet kon doen. En met welke captain je
over bepaalde zaken wél of juist niet kon praten.
Was vroeger echt alles beter? Het was intenser en misschien
ook wel leuker, maar zeker niet beter. We zijn dankzij de ont-
wikkelingen in automatisering, informatietechnologie, be-
trouwbaarheid, flight data monitoring en zeker dankzij de
Standard Operating Procedures, gekomen waar we nu zijn.
Een degelijke, superveilige luchtvaart, die misschien wel saai-
er is geworden. En soms ook bedreigender voor de vliegers.
Flight data monitoring heeft er tenslotte voor gezorgd dat
werkelijk iedere handeling van iedere vlieger geregistreerd
wordt en eventueel tegen je gebruikt kan worden.
Was er vroeger dan niets beter? Jazeker, we konden vroeger
beter vliegen. Dankzij al die rare capriolen die we uithaal-
den, het gebrek aan automatisering, de mindere betrouw-
baarheid van instrumenten en het ontbreken van Standard
Operating Procedures, zat je vaak dicht tegen de limieten.
We vlogen bijna altijd op de hand, ook in heel moeilijke si-
tuaties. Dan is het niet zo heel gek dat de gemiddelde pi-
loot gewoon heel goed kon sturen! Tegenwoordig verloopt
alles in de luchtvaart via vaste en veilige processen. We ma-
ken zoveel mogelijk gebruik van de automatisering en dus
kunnen wij lang niet zo goed meer vliegen als toen. Dat
moeten we accepteren. De tijd van onbetrouwbare vliegtui-
gen en instrumenten, het ontbreken van standaardprocedu-
res en het uithalen van rare capriolen is tenslotte al heel
lang voorbij.
lining up Door: Jan Cocheret
Vroeger was alles beter…
Jan Cocheret
is duizendp(il)oot
jancocheret@hotmail.com
Maar was
dat echt zo?
PILOOT EN VLIEGTUIG APRIl 2020 7
07_ligningup.indd 7 17-03-20 09:52