Pagina 57 van: Piloot en Vliegtuig Editie 04-2013

PILOOT EN VLIEGTUIG april 2013 57
Test uw kennis
Door: Michiel KlinKspoor
quiz
1. Een lagere outside air tempera-
ture (OAT) zal:
A) Uw take off roll verkleinen
B) Geen invloed hebben op uw take
off roll
C) Uw take off roll vergroten
2. Klimprestaties zullen bij hogere
buitentemperaturen (OAT):
A) Verslechteren
B) Gelijk blijven
C) Verbeteren
3. Uw ware hoogte zal bij lagere
temperaturen:
A) Minder zijn
B) Gelijk blijven
C) Meer zijn
4. Wanneer u bij vertrek ziet dat de
wind van links komt, geeft u:
A) Alvast links voeten
B) Alvast rechts voeten
C) Alvast links ailerons
D) Alvast rechts ailerons
5. Wanneer u zijwind van rechts
heeft bij een landing, gebruikt u:
A) Links voeten en rechts ailerons
B) Links voeten en links ailerons
C) Rechts voeten en rechts ailerons
D) Rechts voeten en links ailerons
6. Bij een rechtsdraaiende propel-
ler (vanuit de cockpit gezien) op
een eenmotorig vliegtuig is het
gemakkelijker om op de grond:
A) Linksom te draaien
B) Rechtsom te draaien
C) Maakt niet uit
7. Bij een tweemotorig vliegtuig met
tegendraaiende (counter rotating)
propellers:
A) Is de linkermotor de kritische motor
B) Zijn beide motoren even kritisch
C) Is de rechtermotor de kritische
motor
D) Is er geen kritische motor
8. Wanneer de jaarlijkse inspectie
op een Nederlands geregistreerd
vliegtuig verloopt op 7 april 2012,
dan mag u:
A) Niet meer vliegen na 7 april 2012
B) Doorvliegen tot 30 april 2012
C) In de extensie nog 10 procent, ofte-
wel 1,2 maand doorvliegen
D) Alleen nog vliegen naar de dichtst-
bijzijnde onderhoudsinstelling
9. Eisen met betrekking tot onder-
houdsinstellingen staan beschre-
ven in EASA:
A) Part 66
B) Part 145
C) Part M
D) Part FCL
10. Eisen met betrekking tot lucht-
waardigheid staan beschreven in
EASA:
A) Part 66
B) Part 145
C) Part M
D) Part FCL
11. Eisen met betrekking tot brevet-
tering van vliegers staan beschre-
ven in EASA:
A) Part 66
B) Part 145
C) Part M
D) Part FCL
12. Koude olie zal doorgaans zorgen
voor een:
A) Lagere oliedruk
B) Hogere oliedruk
13. Special VFR in klasse C luchtruim
is een klaring die gegeven kan
worden wanneer:
A) Het zicht minder is dan 1 km of de
wolkenbasis lager is dan 1.000 voet
B) Het zicht minder is dan 3 km of de
wolkenbasis lager is dan 600 voet
C) Het zicht minder is dan 5 km of de
wolkenbasis lager is dan 1.000 voet
D) Het zicht minder is dan 5 km of de
wolkenbasis lager is dan 600 voet
14. Special VFR binnen de Eelde- en
Maastricht-CTR kan nog worden
gegeven voor een circuit bij een
minimaal zicht van:
A) 1 km
B) 1,5 km
C) 3 km
D) 4,5 km
15. Er is sprake van een wolkenbasis
(ceiling) in de meteorologische
berichtgeving bij:
A) SCT en OVC
B) BKN en OVC
C) BKN, SCT en OVC
D) OVC
16. Bij een constant speed propeller
zal bij toenemende inlaatdruk:
A) Het toerental toenemen
B) Het toerental afnemen
C) De propellerspoed vergroten
D) De propellerspoed verkleinen
17. In de Amsterdam-FIR is de VFR-
transitiehoogte:
A) 3.000 voet
B) 3.500 voet
C) 4.000 voet
D) 4.500 voet
Voor de antwoorden zie pagina: 78
Heli Holland is al meer dan 34 jaar een
begrip in de luchtvaart en actief in elk facet
van de helikopter branche.
U kunt bij ons terecht voor uw zakelijke en
privé helikoptervlucht. Daarnaast onderhou-
den en reparareren wij helikopters en leiden
wij helikopterpiloten op.
Wij hebben verstand van helikopters!
0591 351 251 info@heliholland.nl
57_Quiz.indd 57 19-03-13 14:36