Pagina 33 van: Piloot en Vliegtuig Editie 01-2023

PILOOT EN VLIEGTUIG JANUARI 2023 33
de een simulator voor de driemotorige L-1011. Inmiddels was CAE
ook in beeld gekomen bij de Amerikaanse marine voor onder andere
installatiewerk aan het P-3C Orion-verkenningsvliegtuig.
De Amerikaanse marine zou in de decennia die volgden uitgroeien
tot een gerenommeerde klant van CAE. Ook het Amerikaanse be-
drijfsleven wist de weg naar Canada steeds beter te vinden. Neder-
land bleef eveneens een belangrijke markt voor CAE. Dat kwam niet
alleen door de intercontinentale ambities van KLM, ook Fokker toon-
de interesse. In 1975 bestelde de Nederlandse fabrikant een simula-
tor voor de F28. De Canadees-Nederlandse samenwerking was suc-
cesvol en liet zich later opnieuw gelden bij uiteenlopende militaire
projecten zoals het KDC-10-tankvliegtuig, de CH-47 Chinook en de
maritieme Lynx- en NH90-helikopters.
TRAININGSCENTRA
De eerste ruim vijftig jaar van zijn bestaan was CAE met name een
ontwikkelaar, fabrikant en leverancier van systemen. Dat veranderde
in 2000 toen het bedrijf aankondigde een wereldwijd netwerk van ei-
gen trainingscentra te willen oprichten. De eerste twee vestigingen
gingen open in Sao Paulo en Toronto. In 2001 werd het Nederlandse
Schreiner Aviation Training ingelijfd, met vestingen in Amsterdam,
Brussel en Dallas. De Nederlandse vestiging telde op dat moment
zeven opstelplaatsen voor grote vliegsimulators, waaronder één voor
de op dat moment nieuwe Boeing 737-800.
Ruim twintig jaar later beschikt CAE op Schiphol over vijftien full mo-
tion simulators en dat aantal kan de komende jaren groeien, liet di-
rectielid Niels Krönig aan Piloot en Vliegtuig weten. “We hebben hier
nog ruimte voor in elk geval drie simulators en voorzien ook groei op
Schiphol. Wanneer we dat precies doen, hangt af van de concrete
belangstelling van klanten. Het gaat om grote investeringen en die
doe je pas op het juiste moment.” Volgens Krönig is er vooral interna-
tionale interesse in het opleiden en bijscholen van piloten voor de
Airbus A320neo en Boeing 737 MAX. Beide types zijn op dit mo-
ment bij CAE op Schiphol vertegenwoordigd, net als simulators voor
de eerdere generaties Airbus A320 en Boeing 737. Piloten kunnen
op Schiphol ook terecht voor de ATR 42/72 (-300 en -500-versie),
Boeing 747-400 en 787, CRJ-900(NG) en Embraer E-serie.
In totaal beschikt CAE over meer dan vijftig trainingscentra in meer
dan 35 landen. Daar staan bij elkaar ruim 250 full flight simulators
opgesteld. De grootste vestiging voor de grote luchtvaart is Toronto,
op de voet gevolgd door Schiphol. In Dallas staan ’s werelds grootste
centra voor het trainen van piloten voor de zakelijke markt. Daar kun-
nen piloten terecht voor het oefenen op tientallen modellen, voorna-
melijk uit de stal van Bombardier, Cessna en Dassault. Voor het trai-
nen van piloten op de simulators werkt CAE samen met ongeveer
tweeduizend instructeurs, voornamelijk zzp’ers. Er zijn overigens ook
trainingsmogelijkheden voor cabinepersoneel en technici.
CAE-DIVISIES
CAE heeft een jaaromzet van bijna 3 miljard dollar en telt meer dan
13.000 werknemers. Op de vestiging op Schiphol zijn ruim vijftig
mensen werkzaam. CAE fabriceert en verkoopt niet alleen full mo-
tion simulators voor de civiele en militaire markt. Het levert ook klei-
nere, vaste opstellingen en toepassingen, gebruikmakend van onder
meer AR- en VR-technologie. Een andere divisie van het concern
zijn vliegscholen. CAE heeft wereldwijd een vloot van ongeveer vier-
honderd lesvliegtuigen. De jongste discipline van CAE richt zich op
het trainen van professionals in de gezondheidszorg.
Er is veel vraag naar trainen op de A320neo en 737 MAX.
Ook oefenen op de wat oudere ATR-toestellen blijft nodig. Bij CAE op Schiphol trainen tweehonderd piloten per dag.
32-33_cae75jr.indd 33 13-12-2022 13:14