PILOOT EN VLIEGTUIG januari 2015 71
Met zijn collega john Q. Dohse, een ervaren constructeur, toog hij in zijn
vrije tijd aan het werk in zijn garage om zijn ideaal te verwezenlijken: een
simpel, licht vliegtuig dat inherent stabiel was en eenvoudig te vliegen.
Het werk vorderde gestaag in 1923 en 1924. De romp was van gelaste
staalbuis en had een driehoekige doorsnede. De staartvlakken waren
van hout en de vleugel bestond uit houten liggers en ribben. De voor-
rand was bekleed met aluminium beplating. Verder was het hele vlieg-
tuig bespannen met linnen. Spandraden die vanaf een piloon boven de
vleugel en vanaf de onderkant van de romp naar de vleugel liepen, ver-
leenden de vleugel extra stevigheid. De as van het landingsgestel was
met rubberkabels bevestigd aan de bodem van de romp. De piloot zat
op een triplex plankje. Omdat er geen deur was, moest hij naar binnen
klimmen. al gauw kreeg het vliegtuig de bijnaam ‘vliegende badkuip’. De
wielen waren ‘geleend’ van het driewielertje van zijn zoontje roche jr.!
MotorprobleMen
Bij gebrek aan een geschikte motor werd een 18 Henderson motorfiets-
motor geleend en hiermee werden de eerste taxiproeven uitgevoerd. al
betaalbaar Vliegen Dankzij rOCHE
Een C-3 Collegian zonder deur en zijpanelen. in de zomer was het wel leuk vliegen, maar in de winter viel het tegen.
jean a. roche.
De aeronca had veel gemeen met het GL-2-zweefvliegtuig (links) dat roche ontwierp in opdracht van de uSaaC.
De C-3 werd in Engeland in licentie gebouwd bij de Light
aircraft Ltd.
Deze aeronca PC-3 Master was uitgerust met Edo-drijvers.
70-71-72-73_historieaeronca.indd 71 15-12-14 14:15