PILOOT EN VLIEGTUIG JANUARI 2011 47
handig als we onverhoopt toch wat sneller of
wat steiler willen klimmen dan we hadden ge-
anticipeerd.
Ook bij de oefening voor een noodlan-
ding hoeven we de neus alleen maar zo te
zetten dat de snelheid op de ‘G’ staat, om zo
ver mogelijk te glijden. Geen stress meer en
verlies van hoogte en glijafstand tijdens het
‘wat was die snelheid ook al weer?’. Als laatste
gaf het oude instrument ons maar één snel-
heid, de indicated airspeed (IAS). Met de IAS,
de positiefout, de hoogte en temperatuur kon-
den we de ware luchtsnelheid (TAS) bereke-
nen, na wat cosinusberekeningen met de wind
rolde dan de grondsnelheid eruit (als de wind
daadwerkelijk was wat de meteorologen had-
den voorspeld). Die onzekerheid en dat gere-
ken in de cockpit is dankzij de komst van de
PFD verleden tijd. Een windvector, de ware
luchtsnelheid (TAS) en de grondsnelheid (GS)
worden nu direct weergegeven.
Kunstmatige horizon
Centraal in de ‘basic six’ staat de kunstmatige
horizon als we VFR onverhoopt in de wolken
terecht komen. Het instrument is de basis van
elke IFR scan en handeling. Geen wonder dat
de kunstmatige horizon een prominente plek
op de PFD heeft gekregen. Over het gehele
beeldscherm is deze zichtbaar, het is de ach-
tergrond van de andere vijf instrumenten ge-
worden. Het is geen kleine klok meer waarop
je met millimeterwerk een bepaalde attitude
kan selecteren, maar een 25-30 cm beeld-
scherm waar één graad pitch overeenkomt
met een halve centimeter. Met een paar druk-
ken op de knop voeg je ook nog ‘Synthetic
Vision Technology’ (SVT) toe waarmee het
mogelijk wordt om driedimensionaal symbo-
lisch obstakels (windmolens), terrein (bergen)
en verkeer (andere vliegtuigen met actieve
transponder) weer te geven. En zodra ons
vliegpad in de buurt komt van een van deze
drie bedreigingen, dan volgt een waarschu-
wing met een vriendelijke doch dringende
De zes vertrouwde instrumenten, recht in het zicht van de vlieger, hebben hun beste tijd gehad. (Foto: Ruud Vos)
46-49_Basic6 10-12-10 13:31 Pagina 47